De werking van de St-Benoît bron

Omloop van het water

Het stroomgebeid, de bevoorradingszone, van de St-Benoît bron strekt zich uit over enkele vierkante kilometers in het massief van Siron.
Het gebied is een onbewoond dus vrij van bepaalde verontreinigingen (
agro-cultuur, industriele, chemische).

Het regenwater dat in deze zone valt zijpelt in de ondergrond.  Het circuleert in de onderaardse kalkrotsen en neemt mineralen op.

Achter het "Musée- Promenade" welt het water op en zie je de stromende bron.

5 meter stroomopwaarts van de bron, is er een puinzone die doorlaatbaar is. Darom is her een beschermingszone vastgelegd rond de opvangplaats van de bron. Hierdoor wordt de bron beschermd en behoudt ze haar kwaliteit van drinkbaar water. Zo wordt het riciso op vervuiling vermeden.



 
De beschermingszone.



De kleine waterval stroomafwaarts de St-Benoît bron.



Het regenwater dat binnendringt, circuleert gedurende meer dan 1,5 jaar in kalkstenen aquifer alvorens als bron aan de oppervlakte
te komen
.

Het debiet is weinig veranderlijk, zelfs bij
regenval.
De bron is een constante en vloeit aan een gemiddeld snelheid van 
10 liter water per seconde, dus 600 liter water per minuut.

Bij regenval stuwt het infiltrerend regenwater het water, dat al ondergronds opgeslagen is, naar de bron.
Het nieuwe water neemt  zo de ruimte van de aquifer in. 
Dit hydraulische zuigereffect heet "piston flow". Het debiet van de bron weinig verandert, het is vooral zijn mineralisatie die stijgt.