een bijzonderheid van
de St-Benoît bron
deze gesteenten worden ook kalktuffen of travertijnen genoemd.
|
Wat
zijn de kalktuffen
?
Kalktuffen (of travertijnen) zijn sedimentaire kalkgesteenten, ontstaan in een continentaal milieu, met de vorm van concreties, vol holtes (gaten) van allerlei grootte en van kleur grijs tot geelachtig. Deze gesteenten vormen zich aan de monding van bepaalde bronnen, ondiepe waterlopen en aan kleine watervallen. Als ze droog staan, zijn tuffen een lichte grondstof, isolerend en gemakkelijk te bewerken.
|
Hoe vormden zich de tuffen van het “Musée-Promenade” ? Om beter de vorming van tuffen te begrijpen, werden verschillende geofysisch eigenschappen gemeten langs de St-Benoît waterloop. Deze karakteristieken
zijn : • zuurtegraad (pH), • elektrische geleidbaarheid, • temperatuur, • partiële druk van CO2 (pCO2), • concentratie aan carbonaten, calcium, en magnesium, • verzadigingsindex
versus het calciet.
Het
calciet zet zich neer en kristalliseert op de schimmels.
|
Het
regenwater is weinig gemineraliseerd en bevat zeer weinig
koolstofdioxide (CO2).
De opname van CO2
in het water gebeurt op de bodem - geproduceerd door de biologische
activiteit van de vegetatie en
bacteriën - om vervolgens door te dringen in de ondergrond. Bijgevolg zal het water dat zeer rijk is aan CO2 , tijdens zijn ondergronds omloop in het kalkgesteente van het aquifer, kunnen ontbinden. Het water neemt dan opgeloste calciumionen Ca2+ op. Als
het water voldoende ontgast is (wanneer het ondergronds water weer
aan de oppervlakte komt), kunnen de calcium-ionen neerslaan, d.w.z.
overgaan van het stadium opgelost in water naar het stadium
kristallen in vrije lucht. |
De
kleine
kristallen slaan neer als een kalkkorst op de begroeiing van
de waterloop, hoofdzakelijk op schimmels en bacteriën. De
opeenstapeling van deze opeenvolgende lagen vormt een gesteente, tuf
genaamd. Wanneer
de plantaardige onderlaag
afsterf en verdwijnt, laat zij lege ruimtes na. |
Factoren die de vorming van de tuffen bevorderen... Bepaalde begroeiingen vormen mee de tuffen :
Hoe het water wegstroomt, speelt een fundamentele rol; is het water zeer woelig en ondiep, dan is het contact tussen de lucht en het water intenser, wat de vorming van tuffen bevordert. Koud water stimuleert de vorming van tuffen omdat het meer CO2 bevat waardoor calcium zich nog meer zal ontbinden. Koud water kan dus meer calcium afzetten bij snelle ontgassing. De weersomstandigheden en in het bijzonder het aantal uren zonneschijn zullen een betere groei van de vegetatie toelaten en dus de vorming van tuffen in plantaardige niches bevorderen. Uiteindelijk, de aanwezigheid van gipsen aan de output van het water speelt een rol die in de vorming tufs bepaalt. Immers vormt de bron St-Benoît tufs omdat het water dat van aarde weggaat in contact met gipsen ingaat . Maar andere bronnen waarvan de wateren eveneens rijk aan carbonates zijn vormen geen travertijn, zoals de bron van Fontchaude aan Barles bijvoorbeeld (dichtbij Digne-les-Bains). |
Waar zijn de tuffen in het park van het “Musée-Promenade” ? De administratieve gebouwen en het museum van de "Réserve Géologique de Haute-Provence" zijn gebouwd op een natuurlijke voorgebergte van oud tuffen. De vestingsmuren van het “Musée-Promenade” werden met tuffen gebouwd. De grote waterval St-Benoît is een actieve vormingsplaats van tuffen.
|